Speelgoed in het Militair Museum Soesterberg
“Wilt u een gratis kaartje?”, vraagt een jonge knul die besloten heeft mijn weg te versperren terwijl ik naar de ingang van het Militair Museum in Soesterberg loop. “Euhhh… altijd”, reageer ik terwijl ik meteen nattigheid voel. Terwijl het het mooiste weer van de wereld is, met een strak blauwe lucht en geen wolkje te bekennen. Dan zie ik het label op zijn jasje. De Bank Giro Loterij. En meteen snap ik het. Me strak aankijkend begint de knul het ingestudeerde verhaal af te draaien. Ik zoek naar een moment om hem in de reden te vallen om hem netjes mede te delen dat ie moet opsodemieteren, maar dat lukt niet. De jongen is goed getraind. Het duurt een paar minuten, dan stopt ie eindelijk. Hij is klaar. En kijkt mij verwachtingsvol aan. “Geen interesse” meld ik en loop door. Hij had zich de moeite kunnen besparen. Ik doe alleen mee aan loterijen als ik van tevoren zeker weet dat ik een prijs win. Anders niet.
Het militair museum is nieuw neergezet. Zo lijkt het tenminste. Een groot, strak, modern gebouw. Een kaartje is snel gekocht. Dan deelt de juffrouw me mede dat ik mijn rugtas moet achterlaten. De militairen hebben het niet zo op rugtassen. Gelet op wat er de laatste jaren aan de hand is begrijp ik dat wel een beetje. En het laatste dat ik wil is de krant halen met berichten over ontruimingen en verdachte tassen. Dan dient wél de vraag zich op wat ik dan met al mijn fotospullen moet. Enfin. Ik haal de camera eruit en prop de tas in een kluisje. Probleem opgelost. Dan maar geen statief.
Het poortje klapt open en een suppoost wenkt me naar binnen. Ik vraag hem of er ook ergens een M113 staat. Dat moet ie even navragen. Aardige man. Wat dat is? Dat is een dertien tons gepantserd rupsvoertuig om verkenningseenheden naar de vijand te rijden. Ooit, veertig jaar geleden, was ik chauffeur op dat ding. Niet omdat ik dat zo graag wilde maar omdat ik een brief kreeg van het ministerie van Defensie waarin stond dat ik mij als de sodemieter moest melden bij het PIROC in Veldhoven. Ik was lichting 76-6. En een keuze had ik niet. Niet echt tenminste. Tenzij ik met groen geverfde haren in mijn blote reet over de Coolsingel zou gaan rondrennen, bellen blazend vanwege een mond vol tandpasta, ondertussen roepend dat Bram Peper een lul is. Met zulk gedrag zou ik zijn afgekeurd. Omdat het dom is om zoiets over Bram Peper te roepen, want die was in 1976 nog helemaal niet in beeld als burgemeester van Rotterdam. Dat was André van der Louw. Maar dat deed ik dus niet. Ik leverde de helft van mijn maandsalaris in en verdween voor veertien maanden in de kazerne. Hiep, hiep, hoera. In eerste instantie bij het PIROC, dus. Het Prinses Irene Rust en Ontspanningscentrum, volgens de sergeant aldaar. Daar snapte ik geen lor van, gezien al dat idiote geschreeuw om niks om me heen, maar toen ik na mijn rijopleiding van twee maanden me moest melden bij de Bernhardkazerne in Amersfoort, toen werd me volkomen duidelijk wat ie bedoelde. Maar dat beschrijf ik nog wel eens in een ander blog.
Er staat geen M113 maar wel een M108 houwitser. Dat blijkt een M113 te zijn waar de bankjes uitgesloopt zijn zodat er een mortier in past. De achterklep staat open en als ik erin kijk en voorin het bestuurdersstoeltje zie herken ik het meteen. Verdomd. De klokken op het bedieningspaneel, de startknop van de diesel, de sticks om de rupsbanden te sturen… als ik erin zou mogen stappen rijd ik er zo mee weg. Maar dat mag dus niet. Jammer. Veertig jaar geleden kon ik niet bedenken dat ik het ooit nog eens leuk zou vinden om het ding terug te zien.
Het museum is in beslag genomen door modelbouwers. Overal staan lange tafels waarop de gepensioneerden (want dat zijn het voor vijfennegentig procent) hun huisvlijt hebben uitgestald. En dat is indrukwekkend. Van Meccano (het blijkt nog te bestaan), van hout, van plastic, van karton, papier. Schitterend. Ik maak links en rechts een praatje met de mannen (want dat zijn het voor honderd procent) en vraag ze hoe lang ze bezig zijn geweest met hun projecten. Lang. Heel lang. En ze hebben volstrekt gelijk. Op die vijf geraniums ben je zo uitgekeken. Maar ik hoef nog niet met pensioen. Dus ik wacht nog even.
Het Militair Museum is een aanrader. Er valt een enorme hoop te zien en ook te doen. Dus als je eens niets omhanden hebt….