Schotland 13 – Ik Pod wat af hier! In Glencoe
Woensdag 15 mei. Om acht uur wakker geworden in mijn Pod. Ik vind het top, zo’n blokhut. Het geeft de pret van een camping (makkelijk contact met andere mensen) en het gemak van een hotelkamer. Sanitair heeft een Pod niet en ook geen stromend water maar dat hoeft ook niet. Het campingsanitair is op twintig meter lopen (in dit geval) en dat is uitstekend. De douche was hemels. Het is zelfs zo dat ik de Pod nog een nachtje heb bijgeboekt zodat ik morgenavond er ook nog plezier van heb. Dat heeft ook een andere reden: mijn routeplan is te kort. Ik houd twee dagen over. De ferry terug naar huis in Hull vaart maandagavond de 20e en met het schema dat ik nu rijd zou ik daar zaterdagavond al zijn. Hull lijkt me geen stad waar ik twee dagen wil rondbanjeren. Dus ik heb de Pod verlengd, ook omdat Glencoe en omgeving geen straf is. Verre van. Na wat puzzelen fiks ik het routeplan. Eén lange rijdag splits ik in twee korte en ik vind op internet een camping die er prettig uitziet. Het resterende plan is nu precies tot aan Hull netjes ingevuld. Door het Lake District en dan de Yorkshire Dales. Daar schijnt altijd de zon, heb ik me laten vertellen. Ik ga het beleven.
Boodschappen doen. Het is niet veel maar het is nodig. Twintig minuten terugrijden naar Fort William, daar heb ik geen zin in. Ik heb vandaag überhaupt niet veel energie. De hectiek van de afgelopen anderhalve week laat zich voelen. Een rustdag is even nodig. En met het prachtige weer op dit moment is dat uitstekend te doen, nadat ik het tentje in de zon heb gelegd zodat het eens lekker kan opdrogen. In Glencoe zit een buurtsuper. De enige. Want Glencoe is een heel klein maar sfeervol dorpje. De buurtsuper stelt niet veel voor en op de gevel hangt een groot bord “For sale”. Als ik naar binnen stap vallen ook meteen de lege schappen op. De zaak gaat verdwijnen. Jammer voor Glencoe maar het economisch mechanisme snap ik heel goed. De vraag is nu: vind ik alles wat ik nodig heb? Wonderwel lukt dat. Met hulp van de kassadame die ook wel de eigenaresse zal zijn, vermoed ik. Want ik heb een magnetron in de Pod en dan zijn die kant-en-klaar-opwarm-prakken errug handig. Is dat te eten? Jawel. Geen enkel probleem mee. Mensen die mij kennen weten dat culinaire hoogstandjes mijn interesse niet hebben. De fabrikaten van de Joop Braakhekkes van deze wereld weet ik hooglijk te waarderen, maar een opwarmprak vind ik ook goed. Als het niet beweegt, dan is het goed, wat mij betreft. Dus sta ik met enkele dozen in mijn handen en vraag de kassajuffrouw of deze magnetrongeschikt zijn. Jazeker, dat zijn ze, luidt het antwoord. Top. Ik neem ook een fles wijn mee. Het is immers vakantie. Met al die lege schappen in de winkel is keuzestress geen issue. Er staan vijf merken rode wijn en dat is het. Ik pak de eerste van de rij. Nooit twijfelen! De eerste is altijd de beste. Op de terugweg naar de camping, nog geen vijf minuten, tank ik ook de motor af. Als ik wat later de poort van de camping inrijd ruik ik een benzinelucht. Jawel, ik heb de tankdop dichtgedaan maar niet goed genoeg. Dom. Gelukkig was het een kort ritje. Benzine verdampt snel. Geen zorgen.
Rond een uur of drie besluit ik tot een wandeling naar Glen Lochan. Een meertje op een kwartier lopen van de camping. Volgens Google Maps dan. Eenmaal in het bos kom ik op een T-splitsing met aan beide kanten een geel gemerkte paal. Welke moet ik hebben? Ik heb geen flauw idee. Een half uur of langer de verkeerde kant op lopen vind ik niet fijn en ik drentel wat heen en weer. Er komt een echtpaar aanlopen en ik besluit om hulp te vragen. Deze mensen zullen het best weten. In vlekkeloos Engels, denk ik, vraag ik naar The Lake. De man kijkt me aan of hij water ziet branden. Ik herhaal: “The Lake”. Aahhhh…. The Lake, herhaalt de man. Dat zei ik al. “We are French!” verklaart de vrouw. Juist. Dat verklaart een hoop. De man zwaait met een grote laptop met Google Maps en ik zie al snel: het pad loopt met een grote bocht naar The Lake. Eerlijk gezegd had ik hier toch wel een Single Track verwacht maar niet dus. Een tien minuten later hebben we het meer gevonden. Dat is absoluut prachtig. Ik loop er omheen (met dit meer lukt dat; bij het Ijsselmeer is dat lastig) en maak mijn foto’s.
Een anderhalf uur later en terug op de camping ontkurk ik mijn fles rode wijn, die zeer goed te pruimen is, vlei ik me neer in de zon op mijn bordes voor mijn Pod en zet ik Midnight Oil op de Airpods via Tidal. Ik doe geen Spotify. Die kwaliteit staat me tegen. De mannen van Midnight Oil maken aanstekelijke rock ’n roll en ze zijn één van mijn favorieten. Een andere is Pink Floyd maar daar vind ik het nu niet de tijd voor. Rammstein, dat zou ook goed passen. Straks maar eens die magnetron ontsteken en de inhoud van de doos verhitten. Ik kan niet wachten.
Geert vraagt mij op Facebook hoe ik dat met de electra doe in een tentje. Daarvoor gebruik ik altijd twee kabels, elk van tien meter lengte. De ene kabel heeft een zogenaamde EEC-stekker (ook wel eurostekker genoemd) en aan de andere kant een gewone contrastekker. De tweede kabel heeft een gewone geaarde stekker die in de contrastekker van de eerste kabel past en ook een contrastekker aan de andere kant. Het komt voor dat je knutselcampings treft. Kleine, soort van hobbycampings, die geen EEC-aansluiting aanbieden maar een knutselkast of een verlengkabel of ander gepruts. Daar gebruik ik dan de kabel met gewone geaarde stekker voor. Als de camping wél EEC aanbiedt maar de afstand kast-tentje is groot koppel ik de twee kabels aan elkaar. Die koppeling is dus een gewone huis-tuin-keuken koppeling die niet waterdicht is. Dat geeft niet. Een spat water is niet erg. Maar de stekkers moeten niet in een plas komen te liggen natuurlijk. Daar valt altijd wel een oplossing voor te verzinnen. En omdat de Engelsen eigenwijze stopcontacten hebben heb ik daar twee adapters voor waar weer de stekkers van mijn kabels inpassen. En aan het eind van dit alles heb ik nog een stekkerdoos met drie aansluitingen zodat ik én mijn waterkoker, én mijn laptop, én mijn opladers van stroom kan voorzien. Dit alles houdt op als de camping geen electra voor tentjes aanbiedt. En die zijn er genoeg heb ik gemerkt, helaas. Dan wordt het water koken in een pannetje, bijvoorbeeld. Dat heb ik ook.