Scheidgen, of all places (2)
Het gebruikelijke ritueel. Wekker, douche, aankleden, ontbijt. In die volgorde. De hotelier doet zijn best het ons naar de zin te maken en dat lukt hem. Het ontbijt is prima, de koffie is ruk. Warm gootwater met een bruin kleurtje. Dat maak ik vaker mee. Koffie is een dingetje. Als ik ‘s-morgens wakker word is een lekker bakkie een must. Maar veel hotels hebben daar moeite mee. Geen idee waarom want zo moeilijk hoeft het niet te zijn. Toch? Maar we gaan er niet over muggeziften. Het zijn slechts details en de zon schijnt. Da’s belangrijker.
Ollie en ik trekken een plan. Op de website van het Muellerthal vinden we een wandelroute van zo’n dertien kilometer. Dat is te overzien. Hij begint in Beaufort, volgens onze gegevens en dus rijden we daarheen, zeven kilometer verderop. Beaufort is een gat met een kerk, een kroeg en een rotbocht. En een beroemde burcht die in een ruïne is veranderd. We parkeren in de buurt van de kerk. Een VVV zou nu handig zijn maar Beaufort is te klein voor een VVV. Op het parkeerterrein tref ik wel twee Hollanders, type ik-loop-de-vierdaagse-van-Nijmegen-voor-de-vijfigste-keer. Ze hebben een Volvo. Logisch. Ik stap er op af. “Jullie ogen als professionele wandelaars, dus heeft u een idee waar wij zouden kunnen beginnen? Bent u bekend hier?”. De man pruttelt iets over hotels die wandelkaarten en meestal info hebben, de vrouw kijkt me aan alsof ze een Neanderthaler voor het eerst van haar leven ziet. De spiegel in de badkamer leerde me vanochtend dat die er toch wel anders uitzien. Er komt geen geluid uit het T-shirt op geitenwollen sokken. Ik bedank ze voor de moeite en maak dat ik weg kom, maar de hoteltip is een goede.
We lopen wat rond en vinden inderdaad een hotel. De boel is verlaten maar de deur staat wel open. We stappen naar binnen. “Poehééé” zegt Olga, “Het stinkt muf hier”. Dat doet het. Het lijkt erop dat de laatste hotelgast vijf jaar geleden is vertrokken en er daarna nooit meer een deur of raam is opengedaan voor wat frisse lucht. Kale tafeltjes en plastic stoeltjes. Werk voor Jan des Bouvrie. Veel werk. Dan gaat er een deur achter de bar open en er verschijnt een hoofd in de opening dat ons vragend aankijkt. Het hoofd wordt een heel lichaam en de hotelier stapt naar binnen. Zijn gelaatskleur doet vijftig jaar zware Van Nelle vermoeden, drie pakjes per dag, minstens. “Haben Sie vielleicht ein Wanderkarte?” vraag ik in vlekkeloos Duits. “Ogenblik, ik zet even de glazen in de keuken” krijg ik terug. Het is dat kaaskophoofd van mij. Ik twijfel er niet meer aan. De hotelier is vriendelijk en behulpzaam en geeft ons een wandelkaartje dat we voor twee euries mogen meenemen. We maken z’n hele maand goed schat ik. Hij wijst ons waar we heen moeten en al snel vinden we de burcht en een enorm bord met routeinformatie.
We gaan voor route B7, elf kilometer, gemiddelde zwaarte, niet geschikt voor rolstoelen en scootmobiels. Die laten we dan maar achter. We gaan op pad, de natuur in. Al heel snel horen we alleen nog vogels en het ruisen van de wind door de takken. De wereld is van ons. De zon schijnt, het is prachtig. De meegenomen jacks gaan meteen uit: te warm. De route slingert door een dal, langs velden, door bossen, tussen rotsformaties door en langs klaterende beekjes. We vinden het prima. De route is zo goed uitgepeild dat een kind de was kan doen. Gewoon de bordjes volgen. Er staan er eerder teveel dan te weinig. Goed gedaan. We ploffen neer op bankjes die we tegen komen en gieten wat water in het keelgat vanuit meegenomen flesjes in een rugtas. In totaal doen we er drie uur over, om tenslotte weer terug te komen bij de burcht waar we gestart zijn. Het is half twee, tijd zat om opnieuw naar Echternach te rijden en neer te ploffen op het plein tussen de andere honderdvierentwintig bejaarden. En zestig motorrijders. Op een terras laten we ons een croque monsieur brengen en een paar drankjes en bewonderen het uitzicht: zestig motorfietsen, twee rollators en een CanAm. Dat is een soort motor met twee voorwielen en één achterwiel. De eigenaar staat er trots naast. Het ding is net zo breed als een auto en dus heb je de nadelen van een auto en de nadelen van een motor: je wordt nat in de file waar je nooit tussendoor kunt en een bocht kan je er niet mee rijden. Over de voordelen ben ik nog aan het nadenken.
Terug in het hotel staat er vis op het menu. Wij zijn niet zo van de vis. Dus na twee uurtjes relaxen in de tuin en een douche opnieuw naar Echternach. Een pizza scoren en twee ijsjes. En alvast gekeken waar we morgen beginnen aan de volgende wandeling.
Alle berichten Scheidgen
- Scheidgen, of all places (1) 5-5-2016
- Scheidgen, of all places (2) 6-5-2016
- Scheidgen, of all places (3) 7-5-2016