Catalonië, in Prullans (4)
De afstand vanaf Avrieux naar Prullans is een dingetje. Op de laptop vervang ik wat ludiek binnenwerk door stukken Route National en op die manier weet ik zo’n twee uur te winnen, volgens TomTom. Even de nieuwe route uploaden, da’s dat. Dan ontbijten. Maar als ik rond 07:45 uur bij de receptie kijk, geen teken van leven. Dan, vijf minuten later verschijnt een dame. De receptioniste. Het is een andere dan gisteren. Ze spreekt uitstekend Engels en legt uit dat het meisje van gisteren een invalsters is. Juist. Dat verklaart een paar dingen. Na het ontbijt opladen en om 08:45 uur rijd ik weg. Het weer is mager, droog maar een tikkie fris. In ieder geval geen regenpak, da’s al heel wat.
De eerste tweehonderd kilometer moet ik binnendoor, maar het rijdt wel lekker vlot. Ik ga via de Frejus tunnel Italië in. Die tunnel is warm en dertien kilometer lang. Ik mag tweeëntwintig euries tol aftikken. Ook als motorrijder. Sodemieters. En halverwege de tunnel is het binnen een minuut ronduit heet. Er blaast een hete föhn in mijn gezicht. Ik vind het een beetje angstig, dat verschijnsel, en ik voel me er niet comfortabel bij. Dan, een kilometer verder zakt de temperatuur naar gewoon warm. Raar. De route door Italië is maar kort, maar wel mooi.
Terug in Frankrijk op de Route National is het schitterend rijden. Er is weinig verkeer en de weg slingert alle kanten uit. Genieten. Opnieuw prachtige natuur. Ik moet ook een pas over. Kappen en draaien, gas geven, opschakelen en weer in de ankers. Leuk. Net Zandvoort. Er hangt een auto voor me en ik wil er langs maar ik schat de afstand verkeerd in. Ik moet weer op tijd terug voor de volgende blinde bocht maar de auto rechts zit te dicht achter me en verhinderd dat. Ik kom te ruim uit en moet flink remmen om te corrigeren en de bocht te halen. Er is niks aan de hand maar ik zit wel vijf minuten te schelden op mezelf. Stomme lul. Want als er wél een tegenligger de hoek omkomt? Enfin. Soms heb je wat geluk nodig. Dit foutje maak ik niet nog een keer.
Tenslotte draai ik de Route du Soleil op voor zo’n vierhonderd kilometer snelweg stuffen. Veel verkeer, druk, drie, soms vier rijstroken. Ik weet uit ervaring dat links houden en harder dan de rest rijden de minste problemen oplevert. Ik zet de Triumph op 150 km/u en het gaat lekker. Sommige stukken met minder verkeer trek ik naar 170, dan schiet het tenminste op. Flitsers worden met borden aangegeven, dan even terug naar een saaie 130 en daarna kan het gas er weer op. Zo blijf ik lekker bezig. Een kilometer of veertig boven Marseille trek ik bij een benzinepomp het isojack uit mijn motorjack en ik trek de sweater ook uit. Want het wordt warm. Zomer. Heerlijk. Alleen een T-shirt onder het jack is zat. Ik zit zelfs te twijfelen over mijn doorwaaijack, maar toch nog maar even niet.
De laatste honderd kilometer naar Prullans gaan richting Andorra. Een prachtige stuurweg. Veel automobilisten gaan uiterst rechts rijden om me te laten passeren. Mooi systeem. Zou verplicht moeten worden. Ik zal Mark Rutte straks er even over bellen. Dan word ik op een rotonde door een zestal agenten naar de kant gedirigeerd. “Reed ik te hard?” vraag ik in het Engels. Nee. Niet. De jongens willen even mijn motor zien en een praatje maken. Ik roep “ik ben Marc Marquez”. Geintje. Lachen. De agenten vinden het leuk. Eigenlijk vind ik die Marquez een lul, maar daar gaat het nu even niet om. Ik mag verder. Geen prent. Dan arriveer ik eindelijk bij het geboekte hotel. En niet zo maar een hotel, poehééé, wat een hut. Zwembad, ligstoelen, schitterend. Veel mensen van de ANWB-reisgroep zijn er al. Trudy en Pim roepen me vanaf een balustrade waar ik heen moet met de bagage. Mooi. Maar niet helpen sjouwen, dat dan weer niet. Daar moet ik morgen even op terugkomen.
Reisleider Nico is met een groep vanuit Nederland onderweg en daarin heeft een valpartij plaatsgevonden. Waardeloos. De man heeft alleen kneuzingen, begrijp ik, maar verder valt de fysiek mee. Gelukkig. De motor is kaduuk en dat is zonde. Nico is druk met het regelen van alle ellende en arriveert pas laat in het hotel. Inmiddels zijn wij al aan tafel want we rammelen van de honger. Het is een flinke groep. Ik hoorde vijfentwintig deelnemers. De sfeer is meer dan uitstekend en dit is toch prettiger dan alleen in een restaurant achter een bord kapucijners met spek. Mooi.
Er zijn ook wat jongens die een week als deze gebruiken om van wat zwart geld af te komen. Nee, namen mag ik niet noemen want dan gaan ze spannende dingen met een mes doen, zo is mij verzekerd. Trouwens, rondrijden met een mes in mijn rug is sowieso problematisch. Dan word ik opgepakt voor verboden wapenbezit. Dus ik noem geen namen. Eenmaal weer onderweg hoef ik voor mijn leven niet meer te vrezen wat doorgaans rijd ik harder dan de rest. Denk ik.
Morgen staat een rit van tweehonderdveertig kilometer op de rol. We gaan Catalonië van binnen bekijken. De afstand is een peuleschil. We zouden in twee uurtjes klaar kunnen zijn. Als we doorrijden. Ik ben reuze nieuwsgierig.
Alle berichten Catalonië
- Op weg naar Catalonië 22-5-2016
- Op weg naar Catalonië (2) 30-5-2016
- Catalonië, in Kniebis (1) 19-6-2016
- Catalonië, in Marangea (2) 19-6-2016
- Catalonië, in Avrieux (3) 20-6-2016
- Catalonië, in Prullans (4) 21-6-2016
- Catalonië, in Caldes des Boi (5) 22-6-2016
- Catalonië, in Cellers (6) 23-6-2016
- Catalonië, in Solsona (7) 24-6-2016
- Catalonië, in Campdevanol (8) 25-6-2016
- Catalonië, in Rosas (9) 26-6-2016
- Catalonië, Viella (10) 27-6-2016
- Catalonië, Ochagavia (11) 28-6-2016
- Catalonië, Ochagavia (12) 29-6-2016
- Catalonië, naar huis (13) 1-7-2016
- Catalonië, naar Campdevanol (filmpje) 2-7-2016
- Pyreneeën, een stukje toeren met Arco en Bart (filmpje) 2-7-2016