Buffelen in Nijmegen (maandag, aanmelden)

We krijgen een hand. Da’s aardig. “Welkom bij de Vierdaagse van Nijmegen”, horen we meteen er achteraan. De dame scant onze inschrijfformulieren. “Jullie doen voor de eerste keer mee zie ik. Da’s leuk! Dan wens ik jullie veel succes de komende dagen”. En ik zie dat ze het meent. Ik merk op dat het voor mij de tweede keer is. Maar de eerste keer is haast veertig jaar geleden. Toen waren er nog geen computers. “Als u dat bij de administratie meldt passen ze het aan”, krijg ik van de aardige dame te horen. Ik geloof het wel, eigenlijk. Ik kan me van die eerste keer niet veel meer herinneren. Een pesteind lopen, vier dagen lang, dat is blijven hangen. Meer niet. Irene en ik krijgen een tasje met handel aangereikt van een andere aardige dame. Er staan meer mensen voor de balie te wachten. Maar van dringen is geen sprake. Iedereen wacht geduldig zijn beurt af. De baliedames nemen alle tijd voor ons. Het zouden Engelsen kunnen zijn. Maar we waarderen het zeer.

Het is maandagmorgen en het is half twaalf. We zien een vrije parkeerhaven op het moment dat we, in het centrum van Nijmegen, bij een rood stoplicht komen aanrijden. Irene stelt voor om het blik meteen te parkeren en het laatste stukje te lopen. Daarvoor komen we tenslotte speciaal hiernaartoe, om te kunnen lopen. Vervolgens blijkt dat we vlakbij de Wedren zijn. De Wedren is het start- en finishgebied. Een behulpzame man neemt ons mee en toont ons de incheckbalies. We krijgen een polsbandje en andere nuttige informatie. Behulpzaam is het toverwoord. Behalve de aardige baliedames blijkt iedereen die we iets vragen al net zo vriendelijk en behulpzaam. We scoren een broodje beenham. Het meisje dat ons het broodje aanreikt is, inderdaad,  vriendelijk en…behulpzaam. Vrijwel iedereen die we zien lopen of zitten, ze stralen een verwachtingsvolle en vrolijke onbevangenheid uit. Er hangt een enorm positieve vibe. Niemand klaagt, moppert of bromt. Ik begin het griezelig te vinden. Is dit Nederland? Normaal gesproken wordt je onverschillig en een tikkie sjagrijnig behandeld. Maar niet hier. Prachtig dat het blijkbaar ook anders kan. Ik word er erg blij van.

Irene komt op het terrein een stand van Europcar tegen. Haar oude werkgever. En ze kent het meisje dat de stand bestiert. Da’s leuk. Er worden ervaringen en wetenswaardigheden uitgewisseld. Dan wordt ons gevraagd of we een foto willen laten maken. Daar heeft de stand een opstelling voor. Een filmpje, een gifje beter gezegd, kan ook. Tuurlijk. Doe maar. Een minuut later staan Irene en ik voor een camera te goochelen met attributen die ons worden aangereikt. Het wordt een bende maar we hebben grote lol. De dag kan niet meer stuk. De hilariteit wordt nog groter omdat we ons hebben voorgenomen om selfies te maken waar we met halve gezichten op staan. Waarom dat? Dat leg ik een andere keer uit.

Naar het hotel. We hebben een reservering bij Van der Valk in Duiven. Daar zullen we tot vrijdag bivakkeren. De Van der Valk blijkt een megahotel van twaalf verdiepingen. Poehééé. We parkeren de auto, pakken de spullen en lopen een enorme balzaal in. In de verte, tegen een zijmuur, ontwaren we de receptie. Ik kijk eens om me heen en constateer meteen dat hier voor de familie des Bouvrie geen eer te behalen valt. Ooit was er een tijd dat Van der Valk een wat bedenkelijk imago had. Laten we zeggen een veel-voor-weinig-Jan-met-de-pet imago. Als Duiven representatief is voor alle Van der Valken, dan kan dat imago bij het grof vuil. Deze tent heeft allure. We nemen met de receptioniste de opties door (ontbijt, buspendel Nijmegen, avondeten, zwembad, massage) en we checken in. Irene en ik mogen in kamer negenhonderdelf. Echt waar. Nine-eleven. Mijn grote vriend Donald Trump zou het geweigerd hebben. Het is een lulhannes, die Trump, maar in dit geval zou ik het wel begrijpen.

Ook met room nine-eleven is helemaal niks mis. De badkamer is groter en luxer dan wat we thuis hebben. Een inloop-stort douche. Daar ben ik gek op. Op inloopdouches. En een badkuip annex whirlpool waar je met z’n tweeën in past. Top. Inruimen, krant lezen. Tour de France kijken. Relaxen. Dan naar het restaurant. En ook hier: allure. Schitterend. Bediening? Vriendelijk en voorkomend. We worden vlot geholpen en we laten het ons uitstekend smaken. Alweer niets te klagen.

Morgenochtend gaat de wekker. Om kwart over vier. Het hotel heeft dan al ontbijt beschikbaar. Voor de Vierdaagse-gangers. Een speciale bus zal ons om kwart over vijf naar de Wedren in Nijmegen brengen. En dan…moeten we het zelf doen. We hebben er zin in. Echt waar!

2 reacties

  1. Ineke De raaf schreef:

    Succes jullie !!!

  2. Jan-Paul schreef:

    Wat zijn die mensen in het Oosten des lands toch ontzettend aardige lui:):):)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.