Afzien in de sportschool

Na zo’n drie weken ploeteren is mij één ding volstrekt duidelijk, zonder een mobiel hoor je er niet bij in een moderne sportschool. Begin januari heeft een aardige trainer een schema voor me in elkaar geflanst. Ik moet een serie martelwerktuigen langs en op elke machine moet ik vier series van vijftien slagen maken. Hij noemt dat zo. Soms klopt dat, maar op veel machines moet ik ergens tegenaan douwen of ergens aan trekken en wat dat met slagen te maken heeft? Voorlopig slaag ik voor geen meter. Maar een mobiel, dus. Die laat ik natuurlijk gewoon in mijn jas zitten in een kluisje. Ik ben de enige die dat doet. Alle anderen nemen het ding mee zodat ze tijdens het trainen kunnen blijven Whatsappen, Facebooken, Instagrammen of wat dan ook. Ze doen dan vijftien van die slagen, of minder, met het pennetje zo hoog mogelijk omdat als je het pennetje lager steekt die slagen zwaarder worden en dan gaat het pijn doen. Dan gaat het teveel op werken lijken. Dan pauzeren ze een minuut, of drie, of vijf, meestal zes, voor de volgende serie en dan pakken ze allereerst de elektrieke leesplank om te kunnen lezen wat de vriend of vriendin zes machines verder aan het doen is. Bijvoorbeeld. Eigenlijk is het trekken aan die apparaten voor die mensen storend. Ze doen het omdat ze tachtig euro per maand betalen om pijn te kunnen lijden en omdat ook die trainers toekijken en ze geen opmerkingen willen, maar eigenlijk appen ze liever.

Ergens snap ik het wel. De jongeren van tegenwoordig hebben duizenden volgers op allerlei sociale media en die moeten de wereld laten weten in welk gat ze dat pennetje gestoken hebben. Da’s belangrijk. En hoeveel pijn dat zware trainen doet om een sixpack in stand te houden. Ook belangrijk. Eigenlijk ben ik gewoon jaloers. Als uitgerangeerde neanderthaler met vijf volgers interesseert het niemand een reet in welk gat ik zit. Ik hoef dus niks te melden. Lekker rustig, dat wel. En dat sixpack? Ik begin met een beertender en dat is al heel wat. En na drie weken steek ik de pennetjes al een stukje lager. Vorderingen dus. Puffen en pijn leiden. Hemels. En daarna mag ik nog de sauna in en tien baantjes in het zwembad. Ook prettig.

Ik heb geen tijd om te Appen. Ik moet trainen. Aan mijn sixpack werken. Zes vlakjes zijn dat geloof ik. De eerste is er al. Komt goed.

1 reactie

  1. Ineke de Raaf schreef:

    ga eens met Gerald praten Ron, volgens mij kan je veel van hem leren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.