Naar de Pyreneeën (2). Lyon

Belgische KTM Superduke GT'sMijn vrouw Olga zwaait me gedag als ik de straat uit rijd. Grijze, grauwe lucht. Het is kwart voor zeven. Ik heb met broer Cor bij de Moerdijk afgesproken. Als ik de Brienenoord opdraai waai ik haast uit mijn verschoning. Wat een wind! Het stormt bijna. Maar regenen doet het niet. Dat is alvast iets. Er is weinig verkeer op de snelweg. Een kwartiertje later draai ik bij de Shellpomp naar binnen. Als ik de KTM aan het voltanken ben komt Cor binnenrijden. Strakke timing. Cor heeft zijn regenpak al aan want waar hij vandaan komt regent het. Ik besluit om het mijne ook maar aan te trekken. Dan zijn we meteen klaar. En met die temperatuur van slechts tien graden is het nog comfortabel ook. Is dit lente? Nou…

Het doel vandaag is Lyon. Daar een hotelletje en dan zondag de tweede etappe naar de Pyreneeën. Het gaat voorspoedig. En de echte regen blijft uit. Hooguit een beetje miezer. We houden een gangetje van zo’n honderdvijftig tot honderdzestig. Daarmee schiet het tenminste op. Antwerpen, check, Brussel, check. Bij Namen een bakkie koffie. Als we weer naar buiten stappen staat er een verzameling KTM Superduke GT’s voor de ingang. Het zijn Belgen. Ze lullen Frans. Ik wijs naar de mijne die ernaast staat en slaak kreten als  “C’est bon, Ready to Race, magnifique”. Ja, ja, ik weet het. Het slaat nergens op. Mijn Frans gaat niet verder dan “deux bière”. Meer hoeft ook niet. Nee, de Belgen nemen mij niet op de schouders. Jammer. Luxemburg, check.

In Frankrijk. De snelweg naar Metz. Het is druk. Opschieten gaat niet. Wat zuidelijker gaat het beter. Dan tanken. Cor stelt voor om dat ergens in het binnenland te doen. Dat scheelt in de kosten. Prima. Als dat gedaan is komt Cor met een tweede plan: zullen we eens kijken hoe het gaat via de Route Nationale in plaats van de snelweg? Ook prima. De TomTom schotelt een route binnendoor voor en we gaan ermee aan de gang. Dan breekt de lucht open. Zon. De wind begint weg te vallen. Het wordt zelfs een beetje warm. Uit die regenpakken! Helemaal top!

Het gaat uiterst voorspoedig, die Route Nationale. Rustig op de weg. We doen hele stukken honderddertig in het uur. En het is nog erg leuk sturen ook! Want de weg slingert met lange bochten door het landschap. En dat landschap is prachtig. Glooiende heuvels met alle denkbare kleuren groen en bruin. Bossen, bomen, pittoreske dorpjes. Echt leuk. We doen ergens een bakkie op een hoek bij een mooi kasteel. Maar na drie uur worden we het toch zat en we draaien de snelweg weer op. Het laatste plan: laten we bij Villefranche een hotel zoeken. Dat ligt net boven Lyon. Hoeven we die drukke stad niet in.

Het eerste hotel in Villefranche is snel gevonden. “Avez vous un chambre pour deux persons”, vraag ik de chagrijnige receptionist in vlekkeloos Frans. Althans, dat beweert Google Translate. “Non, Complet” antwoord de eikel. We stappen weer naar buiten en moeten over het vrijwel lege parkeerterrein naar de uitgang. Complet me reet! Meneer heeft duidelijk geen zin in leernichten in zijn toko. Dat leer klopt wel, maar nicht? Het tweede hotel gebeurd hetzelfde maar hier is het wel druk. Nu krijg ik de pest in. Op Booking.com vinden we een Ibis vlak in de buurt die een kamer beschikbaar heeft. Volgens Booking.com dan. Ook al zijn we er vlakbij, ik boek via internet die kamer en krijg meteen een bevestiging per e-mail. Ons naaien ze niet meer. Als we weer met een smoes worden afgescheept zwaai ik met die reservering. Lik m’n reet maar.

Bij de Ibis is het druk. Er zitten twee vriendelijke meisjes die notabene goed Engels spreken. Waarvan akte. Ik vertel meteen dat we een reservering hebben en laat de e-mail zien op mijn telefoon. Het meisje vindt de reservering ook in haar computer. Ze vindt het helemaal prima, geen centje pijn. Toch wel erg goed, dat Booking.com. Lang leve de moderne tijd. Ibis hotels zijn laagdrempelige pretentieloze doorgangshuizen. Maar pretenties hebben wij ook niet. We willen een nest, een douche en een warme prak. Meer niet. En dat doet deze Ibis helemaal goed. Het personeel, jonge mensen, is uiterst vriendelijk en ze doen hun best ons service te verlenen. In het Engels. Allemaal. Ik heb hotels met bergen pretenties en een rij sterren meegemaakt waar het aanzienlijk beroerder toeging. We krijgen een beste maaltijd, spoelen het weg met een goed glas bier, ik tik mijn stukkie in een lobby die je gerust knus kunt noemen. Ik voel aankomen dat ik fan van Ibis wordt.

Voor de zekerheid hebben we de overnachtingen in Vielha in de Pyreneeën ook maar meteen geboekt. De komende drie nachten zijn we onder de pannen. Daarna zien we wel weer.

1 reactie

  1. wijnand schreef:

    Ik vind dat je toch wel een beetje negatief over de fransen praat, ja er zitten horken bij maar die hebben we hier ook in nederland. Ik denk dat het helpt als je een beetje de taal spreekt of probeert te spreken. Nederlanders hebben niet zo’n goede naam in het buitenland, ze gedragen zich vaak onbeschoft of arrogant. misschien eens iets om over na te denken? Prettige vakantie verder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.