Malaga, the place to be (3)

Strand

Rincon heeft kilometers stranden, net als Malaga. Het is jaren geleden dat we een ouderwets dagje strand deden en dus moet het even gebeuren. Ons strand ligt op precies één kilometer afstand, volgens Google Maps, en dat is makkelijk te lopen. Met tien minuten zou dat geklaard moeten kunnen worden, ware het niet dat Rincon op heuvels is gebouwd en ons huis bovenaan één van die heuvels staat. Omlaag is geen punt natuurlijk maar volgens een natuurwet waar ik even de naam van kwijt ben moeten we ook weer omhoog. Dat bij ruim dertig graden gaat ons teveel op werk lijken en dus pakken we de auto. Maar dat levert een andere uitdaging op: parkeren. Want zowel Malaga als Rincon is nauwelijks bekend met het fenomeen parkeerterreinen. Oh ja, parkeergarages zijn er zat maar die zitten in of bij de stad en niet bij het strand.

We rijden omlaag, kris kras door de straten van Rincon. Dat is net een doolhof want de straten zijn zodanig smal dat overal éénrichtingsverkeer is ingesteld. Bovendien lopen veel straten gewoon dood, dus het is even puzzelen tot we in een straat belanden die dicht genoeg bij het strand is. We hebben mazzel want langs de stoeprand vinden we een gaatje en we dumpen netjes de auto voor een flatgebouw waarvan alleen de kolommen en de vloeren klaar zijn in ruwbouw. Een bord vertelt dat dit een hotel moet gaan worden maar dat de aannemer failliet is. Of zoiets. Het tocht er lekker en dat spaart in ieder geval een dure airco uit. Het is een bewijs dat de Spaanse economie het al een tijdje niet heel lekker doet. De laatste honderd meter overbruggen we lopend en we zijn waar we wezen willen. We zien parasols en strandstoelen die bij een hotel lijken te horen en bij navraag in de lobie blijkt dat we ze kunnen huren voor vier hele euries per persoon per dag en we krijgen er een handdoek bij. Een koopje. We settelen ons. De hotelbar levert prettige drankjes. De dag kan niet meer stuk.

Ronda

Veel mensen hebben ons dringend aangeraden om een bezoek aan Ronda te brengen want dat is hartstikke leuk, zo is ons op het hart gedrukt. Vooruit maar. De TomTom wijst de weg en we gaan op pad over voornamelijk doorgaande, tamelijke saaie wegen. Na pakweg anderhalf uur belanden we in het centrum van Ronda. Druk. Smalle straten propvol geparkeerde auto’s. We vinden een parkeergarage en dumpen het blik. Te voet verder naar het historisch centrum of iets wat daarvoor moet doorgaan. Niet te vinden. We komen terecht in een voetgangersgebied barstensvol winkeltjes en eettentjes met terrasjes. Nog drukker. Heet. Vinden we dit leuk? Niet echt. Ik raadpleeg internet om te kijken wat the fuck hier nou eigenlijk te zien valt. Had ik dat niet beter van tevoren kunnen doen? Jazeker, u hebt gelijk. “Een diepe kloof met drie mooie bruggen”, lees ik. Juist. Google Maps vertelt me waar we die fucking kloof kunnen vinden, we wandelen verder en inderdaad, we stuiten op een parkje, een hek en een uitzicht. De kloof blijkt links van ons te zitten. Eerlijk is eerlijk, dat uitzicht is geweldig en die kloof is verrekte diep en de moeite van het bekijken waard. We lopen verder en komen bij de belangrijkste van de drie bruggen, de Puente Nuevo. Dat betekent “nieuwe brug” en is volkomen volksverlakkerij want ik heb goed gekeken en er is niks nieuws aan die brug. Het ding staat er al een paar honderd jaar. Desalniettemin, het is een adembenemend bouwwerk. We zien een loketje dat toegang verschaft tot een trapwerk omlaag waarmee we onder of in die brug kunnen komen. Denken we. We betalen vier euries, dalen de trap af, komen in een zaaltje in de piloon van de brug waar wat foto’s aan de muren hangen en een video wordt afgespeeld, we kijken elkaar aan, halen de schouders op, lopen terug die paar trappies op naar boven en klaar. Wèg vier euro. Oh ja, ik ben een paar aardige foto’s rijker die ikzelf genomen heb vanaf die trap. Da’s tenminste iets. Terug naar de auto en wegwezen. Vinden wij Ronda bijzonder? Niet echt. Maar de kloof en de bruggen zijn werkelijk mooi. En als je van eettentjes en terrasjes houdt…ga naar Ronda. Snel!

Sierra de las Nieves

Op de terugweg wil ik niet dezelfde saaie rit. Ik pik een bord “Sierra de las Nieves” op en dat intrigeert. Ik volg het. We raken de drukte kwijt en komen in de stilte. Verdwenen zijn alle toeristen. De weg is fantastisch en slingert door, ja, wat is het? Laaggebergte? Heuvels? Nee, te hoog en te ruig voor heuvels. Maar een prachtige omgeving. Het doet ons erg aan het Italiaanse Toscane denken. Een landschap met alle mogelijke kleuren tussen lichtbeige en bruin. Ruige rotsen. Schitterend. En de weg zelf? De meeste circuiteigenaren zullen er jaloers op zijn. Maar ik zit helaas niet op de brommer. We zitten in een sufkutterige Renault Captur met een fantastische verzekering en een prutteldieseltje van tien PK waar een achterlijke idioot een stickertje met de letters ECO op geplakt heeft zodat het kloteding goed voor het milieu is en ik geen enkele auto ermee kan inhalen die nog slomer rijdt dan wij al doen. Maar de Sierra de las Nieves is bloedmooi. Serieus. Het is alleen een beetje ver van huis om het nog eens opnieuw op de motor te doen. Alhoewel……

DSC_5353 (Large) DSC_5376 (Large) DSC_5351 (Large) DSC_5357 (Large) DSC_5377 (Large)DSC_5392 (Large)DSC_5391 (Large)DSC_5389 (Large)DSC_5397 (Large)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.