Schotland 19 – Job done. Terugblik
Dinsdag 21 mei. Thuis. Bij leven en welzijn. En ook dat is weer prettig. Hoe ik het ervaren heb? Ik heb een voldaan gevoel. Want het ging veel beter dan ik oorspronkelijk verwacht had. Dat heeft veel met het weer te maken. Ik heb serieus rekening gehouden met dagenlang rondrijden in de regen en gedoe met kou, nattigheid en dat soort ellende. De eerste vijf dagen waren inderdaad grijs en somber en met rond de tien tot twaalf graden bepaald fris, maar de hele dag in de regen rijden? Niet, eigenlijk. Af en toe een beetje miezer. Mijn beroemde regenkanarie heeft de volle vakantie in de topkoffer opgeborgen gezeten. Mijn Goretex-handschoenen ook. Ongebruikt. De buien die ik had had ik in de avond of ‘s-nachts, als ik in mijn tentje zat of lag. Of in een Pod. Want eerlijk, die dingen zijn me erg goed bevallen. Ik heb er in totaal vier nachten in doorgebracht. Het fijne van een camping en toch comfortabel. En na die vijf dagen knapte het weer op, werd het warmer en brak de zon steeds vaker door. En is daarna niet meer weggeweest. Zelfs de campingbaas in het Lake District was er verbaasd over. “Dit is de natste regio van de UK”, zei hij, in het Engels dan, terwijl hij omhoog in de zon keek met zijn roodverbrande hoofd. De enige echt verregende dag had ik toen ik rondliep in Edinburgh, toen ik in een hotel (met buitengewoon slechte recensies) zat. Ik had toen mijn paraplu en regenjack echt nodig.
Schotland is prachtig. Absoluut. Een feest om rond te rijden en vooral rond te kijken, wat ik uitvoerig gedaan heb. Maar behalve Schotland heb ik me ook verbaasd over de landschappen in Noord-Engeland. Die zijn minstens zo indrukwekkend. Ik wilde dit alles graag met eigen ogen zien en dat is ruimschoots gelukt. Ik heb extreem veel filmmateriaal (vijfhonderd GB, voor de kenners) en daar heb ik maanden de tijd voor om dat te verwerken. Het resultaat komt op mijn Youtube-kanaal.
Ongemakken? Irritaties? Problemen? Andere constateringen?
- Ik ben een keer omgevallen met de motor. Zulke dingen komen voor. Gelukkig nauwelijks schade.
- Een bril met afgebroken poot. Onhandig. Gelukkig aan het eind van de trip.
- Engelsen met hun honden. Op zeker moment ging ik me daar aan ergeren. Die blaffende beesten overal en bazen die er geen kontrole over hebben. Al denken ze van wel.
- Wat me ook opviel is de armoede. Als ik door dorpjes en stadjes reed en de huizen bekeek in het langsrijden. Het oogt heel vaak gedateerd, vervallen en krakkemikkig. Ze hebben wél heel vaak allemaal kunststof kozijnen. Dat dan weer wel. En aan de andere kant huizen van kasteelachtige allure met enorme, keurig gemaaide, grasvelden. De inkomensverschillen in de UK zijn enorm. Kleine aftandse autootjes naast héle grote BMW’s en Mercedessen.
- Wegen met beroerd wegdek. Potholes. Echt overal.
- Wegen ingeklemd door muurtjes, met name in Engeland. In Schotland zag ik dit weinig. Die muurtjes maken even snel parkeren onmogelijk en parkeerplaatsen zijn schaars. Aan de andere kant zijn die muurtjes weer wél heel karakteristiek voor het Engelse landschap. En dat heeft charme.
- De mode. Engeland loopt jaren achter bij wat wij op het Vasteland gewend zijn. Ik ben geen kenner maar die leggings? En die bloemetjesjurken? En dat geverfde haar? Vooral paars is erg in hier. Misschien is het iets voor mij?
- Obesitas. Ook een dingetje. Het viel me echt op hoe dik heel veel Engelsen zijn. Iets met goedkoop fastfood en duur gezond voedsel. Trouwens, bij ons begint dit ook steeds vaker te spelen. Niet goed! En worst en vlees bij het ontbijt. Dat ook. Ik moet er niet aan denken.
- Eten en koffie. Ik heb één keer in een Engelse pub gegeten en dat was geen feest. Daarna heb ik het gedaan met zakken Adventure-food die ik meehad en heb ik zelf gerommeld met mijn kooksetje met spullen die ik vond in de lokale supermarkt. Maaltijdsalades. Reuzehandig. Een paar keer Hamburgers. ‘s-Avonds dan hè. Niet ‘s-ochtends. Ik ben geen culinair type. Het interesseert me gewoon niet. Maar bij Jonnie Boer wil ik best aanschuiven hoor. Dat dan weer wel.
Ik heb zoveel indrukken opgedaan dat ik mijn eigen blogs moet teruglezen om het weer helder te krijgen. Elke dag een andere camping met weer ander sanitair en regels. Het is steeds weer afwachten hoe je terecht komt. Van slecht tot simpel tot matig tot prachtig. Dat vind ik ook leuk aan rondreizen. En ik had iedere dag leuke gesprekken met andere campinggasten en mensen die ik onderweg tegenkwam. Dat is een belangrijke reden dat ik graag rondreis en kampeer: je ontmoet nog eens iemand. Hotelkamers zijn anonieme hokken, vind ik.
Ga ik nog eens terug? Dat zou zo maar kunnen. Maar dan zoek ik een gebied op, zet daar mijn tentje (of Pod) wat langer neer op dezelfde camping en ga ik wandelingen maken in de omgeving. Nee, klimmen is een brug te ver. Dat vinden mijn knieën niet zo fijn meer. Dus de Ben Nevis zit er niet meer in. Maar er zijn genoeg wandelingen over die goed te doen zijn, zag ik. Plannen voor later.
En nu klaar. Ik hoop dat ik met mijn schrijfsels jullie een beetje vermaakt heb en je een idee heb gegeven hoe dat gaat, als motorrijder in een tentje. Het waren fantastische dagen.
Tot ziens!