Schotland 10 – Applecross! Applecross!
Zondag 12 mei. De onbeheerde camping is me goed bevallen. Douchen vanmorgen was even puzzelen met het apparaat dat warm water regelt maar uiteindelijk kreeg ik het lijf gewassen. Want er is dus wel een douche. Eentje. En twee toiletten, drie wastafels en een pisbak. De toiletten waren gelukkig keurig schoon. De muren en de deur kunnen een lik verf gebruiken. Who cares. Ik doe twee bakken koffie en ruim tenslotte in een prettig zonnetje de spullen op. Ik neem ruim de tijd om mijn tanktas te organiseren. Daarin heb ik een berg electronica die allemaal accu’s hebben. Maar ik heb een USB-splitter met zes aansluitingen. En die splitter kan ik met een kabel in de connector op de motor proppen. Zo hoop ik tijdens het rijden toch mijn accu’s te kunnen laden. Het lukt. Om half tien op pad.
Het is geen lange rit vandaag. Ik doe de Applecross pas en daarachter zit alreeds de camping. Als alternatief heb ik nog een tweede camping gevonden, een acht mijl verderop. Alles gaat hier in mijlen. Even wennen. Want campings, die zijn in dit deel van Schotland dun gezaaid. Met opnieuw prima weer, beter dan verwacht, rijd ik de route. Die is opnieuw weer prachtig. Het verhaal is inmiddels bekend. Lees gewoon de vorige blogs terug en zet overal twee uitroeptekens achter. Hoe moeilijk kan het zijn? Bij de afslag naar de pas in het gehucht met dezelfde naam zit een benzinepomp. Daar wil ik even bijvullen. Jawel, je voelt hem aankomen. De pas wordt geweigerd. Dan probeer ik mijn creditcard. Voor zover mij bekend kan je daarmee niet pinnen maar wie schetst mijn verbazing als de kaart geaccepteerd wordt. Poeheee. Dan volgt deel twee: de pincode. Ik gebruik die kaart weinig en al helemaal niet om te pinnen. Ik heb iets in mijn hoofd, tik dat in… fout. Ik heb nog iets anders in mijn hoofd, tik dat in… fout. Nu wordt het spannend. Ik heb al mijn belangrijke codes in iets dat Keepass heet. Ik open dat op mijn telefoon. Van alles maar niets over een creditcard. Mijn fout. Had ik eerder moeten regelen. En inderdaad, de derde poging mislukt ook. Pas geblokkeerd. Puzzelen. Dan komt er een man naar mij toe. Hij heeft me zien tobben en vraagt of hij kan helpen. Lang verhaal kort: hij betaalt de twintig pond van de pomp met zijn pinpas (die ook geweigerd wordt; andere kaart wordt gepakt en die doet het wel) en ik betaal hem in contanten terug. Ik ben blij en gelukkig. Ik vraag meteen bij de ING mijn code op en die gaat naar mijn huis gestuurd worden. Over drie dagen is hij binnen. Een topoplossing waar ik nu even geen ruk aan heb maar ik begrijp ING wel.
Bij de pomp zit een theehuis. Ze hebben ook cake en taart. Het is een leuk etablissement en de taart ziet er verleidelijk uit. Doe maar! En ook een glas melk graag want dat zie ik in de koelkast staan. Ik vind melk heerlijk. Afrekenen en nu wordt het leuk. Want ik ga pinnen. Wat doet de betaalterminal van de man achter de counter. Probleemloos. Alhoewel ik nu contactloos betaal en de pomp wil de pas altijd ingevoerd hebben. Ik leg het probleem aan de counterman uit en hij geeft me de oplossing, want ik ben hier de enige niet met dit probleem. “Je schuift de kaart te snel naar binnen. Dat snappen die terminals niet. Je moet hem langzaam en voorzichtig naar binnen schuiven, dan gaat het prima”. Juist. Daar ga ik voortaan op letten. Ik vind de uitleg trouwens tamelijk erotisch maar dat is iets voor een blog op een heel andere website.
Weer op pad. De Applecross pas komt eraan. Op internet vindt je talloze verhalen van motorrijders die het in hun broek doen voor deze pas, met name vanwege de haarspeldbochten die erin voorkomen. Als zeer ervaren motorrijder, ik vind dat ik mezelf zo mag noemen, die al jaren alles wat in West-Europa een leuke berg genoemd mag worden tientallen keren gereden heeft, ben ik vooral nieuwsgierig. Maar voordat het zover is moet ik het Applecross gebied in. En dan zakt toch mijn mond open van verbazing. Wat is dit fantastisch mooi! De uitzichten, het gebergte eromheen… nog nooit zoiets gezien. Maak je niet ongerust, ik heb twee keer de drone omhoog gegooid. Op de Balach Na Ba (schrijf ik dat zo goed?) en op het beroemde viewpoint over het dal tussen de bergkom door en het water erachter. Dus ik heb beelden die weinig anderen hebben. Die haarspeldbochten dan? Sorrie, maar de Stelvio is spannender. Daar heb je tachtig van die dingen (en nog eens tachtig aan de andere kant). Hier zijn het er slechts een handvol. Maar het uitzicht! Man, oh man! Fantastisch.
De camping is een ding van niks en is verlaten. Ik heb weinig zin om als enige hier te gaan kamperen. Door naar de volgende. In Ardelve. Die stelt ook niet heel veel voor maar ziet er wel verzorgd uit. Er staat één ander stel dat net bezig is het tentje op te zetten. Ze zijn bekend in deze streek en vertellen me over een Coop supermarkt die open is, op zo’n tien minuten rijden. Omdat ik niet veel keus heb besluit ik om hier toch maar het tentje overeind te zetten. Ik “leen” stroom van een paal die voor campers bedoeld is om mijn laptop op te laden. Top. Dan naar de super in Kyle of Lochalsh. Op weg daarheen, zonder zware bagage wat ook weer even lekker sturen is, slaat het weer om. Regen. Die overgaat in een hoosbui. Ik word serieus nat. De super is vlot gevonden en daar zit, onder de overkapping, een motorrijder met zijn vrouw te schuilen voor de hoosbui. Ik ga erbij staan en we hebben een leuk gesprek. Naar binnen voor iets eetbaars voor vanavond en morgen. Het lukt allemaal. Ik weet zo langzamerhand wat ik wil en begin iets van handigheid te krijgen.
Opweg en terug naar de camping zie ik een digitaal waarschuwingsbord langs de kant van de weg dat waarschuwt met code geel voor zware buien. Hmmmm… dat vind ik niet leuk om te zien. Maar geen keus. We gaan het beleven. Eenmaal terug op de camping heb ik inderdaad regenbuien, maar code geel? Misschien komt dat nog. Liever niet natuurlijk. Dit stukje tik ik in mijn tentje in wat je het leefgedeelte zou kunnen noemen. Mijn stoeltje en tafeltje passen er precies in. Ik hoor de regen op de tent slaan maar ik zit droog en het tentje doet het voortreffelijk. Ik heb eten, water, stroom, slaapzak, Jaegermeister en een goed humeur.
Het leven is goed.