Schotland 09 – De NC500. Nog een stukje verder
Zaterdag 11 mei. Het gebruikelijke riteel. Daar ga ik je nu niet meer mee lastig vallen. Ja, dat bakkie koffie met uitzicht over de baai in de zon. Dat is wel wat natuurlijk. Gisteravond heb ik me wel zitten ergeren aan een jongedame in een clubje jongeren die gierde van het lachen. Dat is helemaal niet erg, dat doe ik ook graag, maar niet om iedere scheet en donderslag. Ze zaten relatief dichtbij op een terras en ik kon de conversatie aardig volgen. Niet dat ik dat wilde maar je gaat liggen luisteren hè. Zo werken die dingen. Elke boe of bah gierde ze het uit waarbij ik dacht: wat is nou de clou? Wat is er leuk? Overdreven muts. Enfin, ze had een leuke avond. Ik ook toen om half elf het spul opstapte en vertrok. Rust.
Ik rijd om half tien van het terrein af en dat is vroeg voor mijn doen. Eerst maar eens tanken bij de enige pomp die Scourie heeft. Ik stop mijn pas in de machine, hij wordt geweigerd. Huh? Nog twee pogingen…niks. De andere machine dan? Ook niet. Dus ik vertrek zonder getankt te hebben. De KTM geeft aan dat ik nog voor negentig mijl bereik heb en dat is niet echt slecht maar ik houd hier niet van. Toch gewoon rijden. Geen keus. De route voert me opnieuw over de NC500. En, mede ook dankzij het prachtige weer, die route is adembenemend. Het heeft geen zin om te trachten opnieuw een beschrijving neer te pennen, dat heb ik gisteren al gedaan dus lees die gerust terug en zet overal een uitroepteken achter. Op Facebook krijg ik tips van mensen die me dingen aanbevelen om te bekijken. Dat is superlief maar ik ga dat niet doen. Heb je weleens met een zwart motorpak en zwarte waterdichte laarzen lopen sjokken in de volle zon? Dat is niet fijn. Bovendien moet ik dan mijn motor achterlaten met alle spullen erop en dat voelt ook niet fijn. Natuurlijk neem ik altijd mijn telefoon en portemonnee mee, maar mijn tanktas, met vijf kilo electronica erin, daar ga ik niet mee zeulen. Onderin mijn drone zit in de tas. Enig idee wat dat ding kost? Dus laat ik het liever niet onbeheerd achter. Maar daar staat tegenover dat ik, met opengeklapte helm, door de meest fabelachtige omgeving en natuur rijd. De hele dag. In absolute rust. De Smoo cave (leerde ik van een aardige dame die me aan de naam hielp) heb ik dan weer wél gedaan. Omdat die vlak langs de weg ligt. Ik dacht, ik waag het erop.
De route brengt me naar Lochinver. Een prachtige weg. Toevallig meldt Garmin mij dat daar bij Spar een tankstation zit. Top. Het is echter nog zestig mijl weg en ik ben er niet helemaal gerust op. Wat als daar mijn pas opnieuw geweigerd wordt? Ik weet het, ik ben een tobber. Gestadig zie ik op de meter de mijlen wegtikken. Eenmaal in Lochinver heb ik nog dertig mijl bereik over. Ik zie de pomp. Stoppen, pas erin… hij vindt het goed! Hemels. Alleen gaat het in eenheden van twintig pond. Dat geeft me ongeveer dertien liter sap. Vooruit maar. Het is rond twaalf en ik denk: de Spar heeft vast wel iets van sandwiches. Voor de lunch. Niet, helaas. Ik doe het met appelkoeken en een klein kannetje melk. Bij de kassa… pas geweigerd. “Yes Maestro give difficulties regularly” meld de kassier mij. Hmmm… Maar de man achter mij in de rij schiet te hulp. Hij wil voor mij betalen. Tjonge. Ik meld dat ik ook nog cash bij me heb maar dat zit verstopt op de motor. Nee, nee… no problem. Hij betaalt. Superlief!
Na Lochinver verder langs de kust naar beneden. De route is fabelachtig. Tenslotte arriveer ik bij de geplande camping in Shieldaig. En klein ding pal aan de kust. Een bord vertelt me dat ze vol zitten. Oh? Ik rijd toch maar naar binnen. Nou, ik zie vrij gras genoeg voor een klein tentje. Bij een toiletgebouwtje zit een bel waar nieuwe gasten op mogen drukken. Maar als het vol zit kan je je de moeite besparen, zegt een bordje. Eigenwijs als ik ben druk ik op de bel. Nog twee keer. Niemand. En dus vertrek ik weer. Prima service. Dan bedenk ik dat ik in een gat genaamd Torridon, ongeveer acht mijl terug, ook een camping gezien heb. Ik daar naartoe. Inderdaad, ik zie tentjes. Naar binnen. Nergens iets van een receptie te vinden. Ik steek wat heen en weer en ontdek de ingang. Met een groot hek ervoor. En een bord dat zegt dat dit een onbemande camping is. Alleen tentjes zijn toegestaan en het is gratis. Er worden wat simpele regels gemeldt maar toezicht of zo is er niet. Gewoon je fatsoen houden. Dat lukt mij wel. Er is alleen een simpele toilet- en douchegelegenheid. Ik vind het prima. Als er maar water is, en dat is er. In dat toiletgebouwtje. Ik gooi in de hete zon mijn tentje overeind aan de rand van iets wat op een bos lijkt en ik heb het prima naar mijn zin. Mijn powerbank laat mijn telefoon op en de accu heeft nog genoeg stroom voor dit stukje. Mobiel internet is prima. Wat wil een mens nog meer?