#14 – En dan toch eindelijk regen

Dinsdag 20 juni. De Hytte is me prima bevallen. Zes bedden maar ik had er maar één nodig. Ik ben al om zes uur wakker maar ik rek het tot zeven uur. Douchen, beetje ontbijt, opladen en weer op pad. Ik ben het park nog niet af of de motor schiet in storing. General Failure. Het is zeldzaam maar soms gebeurt het. Ik pak mijn telefoon waarin ik de Reset instructies heb zitten, werk de routine af, klaar. Lampje uit, melding weg, rijden weer.

Ik mag opnieuw het Rondane Natuurpark in. Dat is geen straf. Ik rijd op pakweg achthonderd meter hoogte. Echt koud is het niet maar, ook met het oog op te verwachten regen, heb ik de thermobinnenvoering in de Goretex geritst. Het landschap kan je gerust desolaat noemen. Flink heuvelachtig. Geen enkele boom. Wel veel meren, poelen en snelstromende rivieren. Het oogt als moeras. Rotspartijen. Maar wat vooral opvalt zijn de ontelbare kleuren groen en bruin. Het is echt prachtig om te zien. Een landschap van Rubens. Of is het Van Der Meer? Weet ik veel! De weg slingert zich door het landschap en ik ga steeds langzamer rijden. Kijken. Alleen maar kijken.

Uiteindelijk slinger ik omlaag en kom in diepere valleien terecht. Bossen waar opnieuw snelstromende rivieren zich doorheen persen. En dan toch eindelijk mag ik het Noorse weer meemaken. Grijze, zware bewolking waar regen uitvalt. Geen hoosbuien gelukkig. De boel wordt nat maar mijn pak houd zich prima, koud heb ik het niet en dus geen reden om er wakker van te liggen. Ik laat het maar over me heen komen. Veel keus is er trouwens ook niet. Rond twaalf zie ik een pomp met een buurtsuper. Naar binnen voor koffie en een broodje. En weer door.

Het wordt weer droog. Ik krijg alweer een natuurgebied maar dit keer zijn het meer naaldbossen waar een fantastische stuurweg zich doorheen slingert. Maar serieus gooien en smijten doe ik niet. Dat vinden al die schapen, geitjes en lammetjes niet fijn. De beesten steken voortdurend overal de weg over of ze liggen pontificaal midden op het asfalt. Problemen levert het niet op. Voorzichtig manoeuvreer ik tussen de beesten door. Als ik er voorbij ben hoor ik “mèhèhèhèhè”. Ja joh, ik weet het: ik vind de KTM ook mooi.

Ik bereik Oslo. Dat wil zeggen, het gebied waarin Oslo ligt. Het is te merken aan de toenemende industrialisatie en de verkeersdrukte. En de rigide verkeersmaatregelen van veertig km in het uur in veel bebouwde kommen. En de gigantische verkeersdrempels om die veertig af te dwingen. Je moet echt in de remmen wil je niet serieus gelanceerd worden. En de stoplichten. Ik vind er geen reet aan! Dat wordt wennen straks terug in Nederland. Daar is dit gezeik normaal. Tenslotte kom ik in de buurt van de geplande camping.

Als ik het terrein ben opgedraaid en de brommer heb afgezet kijk ik om me heen. Is dit een camping? Ja, aan de stacaravans te zien wel. Maar zelden een bedoening gezien die zo weinig uitnodigend is als dit. Ik sta voor een gebouwtje dat de receptie zou moeten voorstellen maar de boel zit potdicht en oogt verlaten. Net als de camping zelf. Er is geen hond. Ik had in mijn hoofd om opnieuw een Hytte te doen vanwege het regenachtige weer maar in dit gat wil ik niet dood gevonden worden. Google Maps biedt uitkomst.

Een half uurtje filerijden verder beland ik bij de op Maps gevonden camping in Hokksund. Ja, dit oogt als een camping! Een receptie dat ik best als woonhuis zou willen hebben. Zo mooi. En in vol bedrijf, dat is glashelder. Ik parkeer de KTM en loop naar binnen. Jawel, een Hytte is mogelijk. Met alles erop en eraan. Voor honderdveertig euries. Voor één nacht. Voor mij alleen. Euhhh… kan ik ook een tentje planten? Met electra? Ja hoor, geen probleem. Kost ook nog vijfendertig. Poeheee. Dat dan maar. Ik mag zelf uitzoeken waar ik het tentje zet. Ik rijd het terrein rond. Dat is groot! Héél groot. Ik kies voor iets vlakbij het toiletgebouw. Dan hoef ik geen half uur te lopen.

Ik zet het tentje op in een heel fijn miezerregentje. Beetje jammer. Gelukkig staat het ding in minder dan vijf minuten. Spullen erin en klaar. Ik ontdek ook mugjes. Die steken. Bah! Nu is het tijd om mijn busje Smidge te testen. Speciaal muggenspul dat door de Schotten is ontwikkeld en gevonden op Amazon. Even insmeren. Conclusie na een half uurtje werken op de laptop: het lijkt te werken!

Dat de camping duur is snap ik ergens wel. Het toiletgebouw is groter dan de villa van de Meilandjes. Er zit zelfs een gym en een spa in. En een uitgebreide keuken met diverse kookeilanden en een flatscreen aan de muur. Maar ik heb de Formule 1 al gezien. De eerste helft dan. De camping is een typische Campercamping. Er staan tientallen van die dingen om me heen. In tientallen anonieme laantjes. En nu? Niks. Ik heb wat aanmaakvoer waar alleen heet water op hoeft, een spannend boek en koffie en thee. Gelukkig is het inmiddels droog en met dik twintig graden niet koud. Het is weliswaar grauw en grijs maar de verwachting is dat er tot morgenmiddag geen regen meer gaat vallen. Dan kan ik morgenochtend droog inpakken. Zou fijn zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.