#06 – Via een wegafsluiting toch naar Preikestolen

Zeven uur wakker. Ochtendrituelen. Inpakken. Bij het restaurant informeer ik naar koffie en een broodje ham/kaas. Of iets dergelijks. No problemo. Totdat ik hoor dat ik daarvoor drieëntwintig euries mag aftikken. Ik ben te verbaasd om “nee, dank u wel” te zeggen. Accoord, het broodje is verder aangekleed met groenvoer en nog wat, maar dan nog. Achteraf heb ik er de pest over in. Dit zijn geen prijzen, dit is diefstal. Het is ook een beetje te begrijpen. Lysebotn is een gat van niks aan het einde van de wereld. Er gaat maar één weg naar toe (maar dat is wél een ongelofelijk mooie) en je moet dezelfde veertig kilometer weer terug om in de bewoonde wereld te komen. Lysebotn heeft maar één restaurant/bar/bistro. Tel uit je winst.

Ik verbijt de schrik en ga op pad richting Preikestolen. Motorvriend Jan Hol heeft me dringend aanbevolen om via de Gloppedalen te rijden. Jan heeft jaren in Noorwegen gewoond. Hij is kind aan huis. De Gloppedalen is een kloof door enorme basalt rotsformaties uniek in de wereld. Ik ga ervoor. Als ik er in de buurt kom blokkeert een bord en een hek mijn weg. Ik kan niet verder. Ik zet de motor af en pieker even. Wat is wijsheid? Dan kom een auto met verkeersregelaars, of zoiets, aangereden. Ik spreek de mensen aan. De Gloppedalen is geblokkeerd “because of huge rock avalanches”. Steenlawines. Nee, met een motor er tussendoor slippen gaat niet. “There is a large big one too”. Ik moet de meer directe route richting Preikestolen nemen. Geen keus. Maar als ik een uur later op een splitsing kom is er een mogelijkheid om de Gloppedalen vanaf de andere kant in te rijden. Misschien zie ik dan nog wat. Het kost ruim een uur extra maar ik doe het gewoon. Tijd zat. Het is urlaub tenslotte. En met nobody but me is er niemand die kan tegensputteren.

Het zal natuurlijk niemand verbazen dat die Gloppedalen aan de andere kant uiteraard ook is afgesloten. Toch kom ik aardig in de buurt van waar het om gaat. Bij de afzetting aan de andere kant bel ik Jan op en leg de situatie uit. Jan ligt in een deuk. “Dus het is er nog steeds onrustig?!”. Ja Jan. Als vallend gesteente onrustig is, dan is het inderdaad onrustig. Maar ik sta tussen basaltblokken aan weerskanten van de weg waar gemakkelijk ons rijtjeshuis in past. Zo groot. En dat is indrukwekkend. Zo’n kei wil je echt niet op je helm krijgen. Ook niet met het vizier dicht.

Uiteindelijk omhoog naar de Preikestolen. Eerst een pont. Ontdek ik. Een tolhuisje. Ik stop voor het raampje. Niemand te zien. Iets verderop een rij auto’s. Ik loop erheen en vraag wat rond. Het schijnt dat je op de pont een kaartje moet kopen. Prima. Maar ik hoor ook: het is een klein pontje. Er passen maar tien auto’s op. En als ik naar de rij kijk… Ik besluit om de boel te passeren en gewoon naar voren te rijden. Bij stoplichten in Nederland doe ik dat tenslotte ook zo. Niemand neemt er aanstoot aan. Geen opgestoken middelvingers. Gelukkig. Het pontje is inderdaad een klein kutding. De klep gaat open en ik word naar de zijkant gedirigeerd, helemaal vooraan op de boot. Prima. Na een minuut of tien varen zijn we aan de overkant en dan is het nog een stief kwartier naar de camping. Dit ging best vlot. Die andere motorrijder, aan haast het eind van de rij… die is te netjes. Ik vermoed dat ie er nu nog staat?

De Preikestolen camping is fors. Een Nederlands sprekend meisje achter de balie legt me de spelregels uit. Overal staan palen met electra en dat vind ik toch wel verrekte handig. In Lysebotn was dat anders. Ik vind een aardig plekje aan de rand met een vrij stopcontact. Met eigen electriciteit hoef ik niet met laptop en camera’s te slepen. Ik kan nu ook mijn eigen waterkoker gebruiken. Ik heb zelfs een watertappunt vlakbij m’n tent. Helemaal blij!

Pastaatje koken en stukkie schrijven. In een heerlijk avondzonnetje. Ik vermoed dat het vannacht ook niet erg koud wordt. En dat terwijl ik met kleding en dergelijke rekening heb gehouden met kou, nattigheid en meer van dat soort sores. Met al dat thermospul en dikke sweaters kom je makkelijk aan vijftig kilo. Als je alles van tevoren weet….

Internet op de camping is ruk. Het wordt voor nu een blog zonder foto’s.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.