#05 – Puffen en blazen op weg naar een kei

Zondag 11 juni. Op camping Lysebotn geslapen als een roos. Niks koude nacht. Douchen. Uiteraard laat ik dan mijn stukje zeep vallen. Het schiet naar het hok naast me. “Sir, can you please slide it back to me?” En dan… tjoep, daar is ie weer. De man moet lachen. Ik ook. Gezellig in de douche. Het zijn van die kleine dingen. Nu proberen de zeep beter vast te houden. Lastig. Het spul is glad hè.

Water koken voor de koffie en een eitje. Ik heb er zes bij me in een slim doosje maar één heeft de rit toch niet overleefd. De rommel in de tas valt gelukkig mee. Dan inpakken voor de wandeling. Ik ga een stukje tippelen. Naar de Kjerag kei. Het ding zit klem in een smalle kloof op een kilometer hoogte. De wandeling erheen vraagt tweeënhalf uur. En terug uiteraard hetzelfde. Het vraagt serieuze wandelschoenen, een rugzak met proviand en water en een goede jas is slim. Ik heb het allemaal bij me want ik had hier rekening mee gehouden. De wandeling begint op een parkeerterrein op zeven kilometer van de camping. Om er te komen mag ik die leuke serie haarspeldbochten omhoog gummen. Zonder bagage gaat dat véél lekkerder. Bij het parkeerterrein gebaart een kaartjesmeneer dat ik door mag. Motorrijders parkeren gratis. Top.

Het is negen uur als ik aan de klim begin. Ik weet redelijk goed waar ik aan begin want ik heb mezelf goed ingelezen. Maar uiteraard valt het tegen. De Noren hebben geprobeerd het makkelijker te maken door op veel plaatsen ijzeren stokken met kettingen te spannen waaraan je jezelf omhoog kunt trekken. En die kettingen heb ik nodig! Want het gaat héél steil omhoog. Ook hebben ze op veel plaatsen een soort van trappen geconstrueerd. Om de lastigste stukken te kunnen ovebruggen. Ik ben er blij mee. Desalniettemin ben ik gedwongen om vaak te pauzeren. Om op adem te komen. Ik weet: voor Ronald Naar is dit een peuleschil. Sir Edmund Hillary vindt het ook een eitje. Maar die mannen doen fluitend de Mount Everest. Ik fluit ook, piepend en krakend, terwijl het slechts vijfhonderd meter klimmen is. En dan een kilometer of zes op het plateau bovenop. Jarenlang bankhangen met zakken chips en flessen Cola terwijl je naar stomvervelende Netflix series ligt te kijken wreken zich op een gewone wandeling naar de Kjerag kei. Het is wat het is.

Is dit leuk? Toch wel. Ik krijg uitzichten die ik niet eerder gezien heb. Adembenemend. In de diepte, zeshonderd meter lager aan het eind van de fjord, zie ik de camping liggen waar mijn tentje staat. Los van die uitzichten is ook de natuur overweldigend. Sneeuwvelden, beken, watervallen… een sprookje zo mooi. Ik maak veel foto’s en filmpjes maar ik weet meteen, dit krijg je nooit mooi op een foto. Ik geniet. Met grote teugen. Zo had ik het in mijn hoofd. Het is de voornaamste reden dat ik naar Lysebotn wilde.

Na tweeënhalf uur puffen en zweten sta ik oog in oog met De Kei. Inderdaad, het is eigenaardig. Het ding zit al sinds mensenheugenis klem in die spleet. Gelukkig maar want hele volksstammen klimmen erop. Hij zal losschieten!? Dan heb ik pas een spannend filmpje! Nee, ik klim er niet op. Sorry hoor. Ik had mezelf al dagen geleden voorgenomen dat ik dat niet zou gaan doen. En nu ik er ben houd ik me daaraan. Internet staat vol met foto’s van mensen die dat wél doen, dan gaat die kop van mij het verschil niet maken. Ik beperk mezelf tot wat foto’s en filmpjes. Los van dit alles, als je bij de rand van de kloof gaat staan gaat het zeshonderd meter loodrecht omlaag. Niemand gaat vlak bij die rand staan. Ik ook niet. Maar het uitzicht… fantastisch!

En dan terug. Opnieuw ruim twee uur. Omlaag gaat makkelijker dan omhoog. Toch ben ik opnieuw blij met die kettingen. Die heb ik echt nodig. Terug ook! Er zijn stukken dat ik op mijn reet met handen en voeten me omlaag laat zakken. Het is tegen drieën als ik weer bij de KTM sta. Ze hebben hem laten staan. Mooi. Mijn voeten en benen, alles doet een beetje pijn. Maar pijn is fijn en bloed moet, zo wordt beweerd. Ik ben best trots op mezelf. Toch mooi weer geflikt. En nu? Terug naar de camping. Over die leuke stuurweg.

Morgen is de bestemming een camping bij de opgang naar de Preikestolen. En dan is het idee om dinsdag vanaf die camping de Preikestolen te lopen. Maar of ik dat echt ga doen hangt van mijn spierpijn af. Want terwijl ik dit stukje tik voel ik het lijf. Poeheeeee. Ik begin te begrijpen hoe iemand van negentig zich voelt. Ik loop nu ongeveer net zo. Ach, details.

1 reactie

  1. Anja vd Plasse schreef:

    Prachtig 👌🏻👌🏻wij hebben deze niet gedaan maar wel de Preikestolen, ook erg mooi hoor maar idd misschien wat veel van het goede binnen paar dagen 🤭
    Succes met de spierpijn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.